Corfu Trail (2022)

Wandelen over Griekenlands groenste eiland

 

Glooiende olijfboomgaarden, zand- en steenstranden en talloze altaartjes. Wandelen over de Corfu Trail is een belevenis. Een 150 km lange wandeltocht van Kavos naar Agios Spirdionas waarbij je het hele eiland uitgebreid verkent. Zowel start als finish zijn met bus te bereiken en je begint en eindigt de dag in een dorp met gezellige terrasjes en (mini-) supermarken.

 

Dag 1 Cavos - Lefkimmi 14 km

Het is een eindje lopen van het hotel naar het begin van de Corfu Trail. De stoepen van de kleine supermarktjes en bars in het toeristische Cavos worden geschrobt en geboend, een enkele bus wringt zich door de enige, nauwe straat en wat toeristen bekijken koelkastmagneten, petten en ansichten in een van de talloze souvenirwinkels. Het is al best warm, zo ’s ochtends vroeg, maar omdat ik in appartementen verblijf, is mijn rugzak licht. Al heb ik wel weer een halve kilo jong belegen bij me. Aan de rand van het dorp zoek ik naar het bord dat naar een kloosterruïne uit 1700 verwijst waarin ik de start van de route verwacht te herkennen. Van andere wandelaars hoorde ik dat het pad matig is gemarkeerd, maar op het verder onopmerkelijk kruispunt is een duidelijke gele markering aangebracht en ook daarna zijn er genoeg gele verfstrepen dat ik de GPS niet constant in de hand hoef te houden. De route klimt over een halfverharde weg langs geiten en olijfbomen omhoog. De warmte maakt het pittig en ik heb nog geen trailbenen. Eenmaal bovenop een heuvel heb ik uitzicht op de zee, die helderblauw is met stukken aquamarijn. Een zee zoals je ze in reclames voor tropische oorden ziet. Even later kom ik langs de ruïne van het klooster van de heilige maagd Maria uit 1700. De muren staan nog overeind en een diep uitgesleten stenen trap leidt naar de verdwenen eerste verdieping. Voorbij het klooster eindigt de weg en duikt het pad omlaag een bos in. Een echt, lekker wandelpad, smal tussen de bomen, af en toe bukken voor een boom over het pad. Heerlijk, hier kom ik voor. Als snel kom ik uit op een betonweg die ik volg naar het strand van Arkoudilas, waar strandbedden nog leeg zijn. Ik volg het strand onderlangs hoge kliffen en merk dat het langzaam hoogwater wordt. Dat betekent dat ik tot het rulle zand veroordeeld ben, maar dat is niet zo erg. Even later komen de kliffen naar voren en houdt het strand op. Verderop zie ik mensen lopen en een strakke lijn die op een weg lijkt, ik hoef alleen om een uitstekende rotspunt door zee te waden. Het lauwe water komt tot mijn knieën en met natte sokken loop ik verder. Eerst is er strand, dan zijn er rotsen. Op een echtpaar na ben ik alleen. Bij het einde van het strand klim ik omhoog naar een betonweg, waarvan de laatste meters zijn afgebrokkeld en een paar meter lager op het zand liggen. Al snel verlaat de route de betonweg weer en klimt omhoog langs de flanken van een heuvel. Ik worstel me omhoog, maar rust in de schaduw een kwartier uit voor ik weer verder ga. Mijn lichaam moet merkbaar wennen aan de warmte, ik heb het niet makkelijk. Als ik afdaal naar het gehuchtje Spartarene duik ik het eerste terras op dat ik tegenkom, terwijl een visser vanuit een pick-up truck zijn waren aanprijst. Zijn door een luidspreker verstrekte stem kaatst tegen de huizen. In de achterbak zie ik piepschuimen koelboxjes en een weegschaal. Na twee cola en wat fruit uit eigen tuin die de eigenaar trots presenteert op een schoteltje, ga ik verder. Ik voel me weer energiek en het lopen gaat makkelijker, al kan dat natuurlijk ook komen omdat de route flink daalt. Op één plek loop ik verkeerd en kom er pas achter na een halve kilometer als ik het verkeerde dorp bereik, maar dat is mijn eigen schuld. De route is gemarkeerd, al zijn de verfstrepen soms wat verborgen en moet je goed blijven opletten. Gelukkig heb ik de route op GPS en is verdwalen uitgesloten. Bij de haven van Potami plof ik even neer op een terras. Het is nog amper 1 km naar mijn appartement, maar het is nog vroeg. Smalle bootjes dobberen op de gracht, trekkend aan hun touwen. In het heldere water zie ik vissen elkaar najagen. Een hond loopt van tafel naar tafel en als ik wat water in een asbak giet, slobbert hij het zo naar binnen. Dit is lekker ontspannen zo. Meestal stoom ik blind door tot het eindpunt, maar vandaag voel ik me loom en geniet van het luie Griekse leven. Een uurtje later leg ik dan alsnog die laatste kilometer af naar Lefkimmi.   

 

Dag 2 Lefkimmi - Paramonas 30 km

Ik begin vroeg en gelukkig is het bewolkt, zodat het niet meteen heel warm is. Langs de imposante kerk loop ik door de kronkelstraatjes van Lefkimmi het dorp uit. De markering is hier perfect en ik heb mijn GPS alleen nodig als ik een duidelijke markering over het hoofd zie. Langzaam gaat de route het achterland in, langs olijfboomgaarden en later ook wijngaarden. Alleen de hoeveelheid zwerfafval valt me tegen, het is echt overal. Plastic waterflessen, koelkasten en banken. Meestal raap ik wel wat plastic op als ik wandel, maar daar is hier geen beginnen aan. Een autowrak staat er al zo lang dat de markeerders een gele verfstreep op de kofferbak hebben aangebracht, erop vertrouwend dat het wrak de komende jaren niet wordt weggehaald. Bij een beekje sta ik even stil en zie minstens drie schildpadden in het water, sloom lucht happend. Hoe dichter ik bij de westkust kom, hoe mooier het landschap, tot ik weer op het strand ben. Daar ploeg ik in eerste instantie door het mulle zand, maar wijzig dan mijn koers blijf zo dicht mogelijk bij de imposante kliffen. Daar is klei naar beneden gestroomd en heeft op het zand een dikke, harde laag gevormd waarop het goed lopen is. Vlak voor het zand helemaal ophoudt, mag ik de betonweg op die Agios Georgios inleidt. Het dorp is een lang lint toeristische winkels, scooterverhuurbedrijven en appartementen. Toeristen flaneren op de fraaie stoep, vreemd opkijkend als ik langskom met mijn backpack en mijn trekking poles. Aan de andere kant van het dorp leidt de markering me langs een resort de duinen in en heb ik mijn GPS ook echt nodig. Het is ploegen door mul zand, behoorlijk lang. Uiteindelijk geef ik er de brui aan en daal af naar het strand, waar het net boven de vloedlijn nog wel lekker lopen is. Ook hier houdt het strand op en met de GPS in hand worstel ik me door de duinen terug naar de officiële route. Die leidt nog een stukje door mul zand en dan over een redelijk vast pad tussen lage struiken langs Lake Korission. Eerst bewonder ik vooral de hoge berg die zich aan de andere kant van het meer tegen de horizon aftekent. Bij een bruggetje stop ik even om het zand uit mijn schoenen te kloppen, maar er zit genoeg in mijn sokken dat het voelt of ik op schuurpapier loop. Van hier is er een halfverharde weg en ik kom meer auto’s tegen dan ik gisteren de hele dag heb gezien. Campers staan tussen de struiken geparkeerd en een enkele quad raast voorbij. Ik blijf om me heen kijken en vanaf de weg zie ik in het meer een grote groep lichtroze bolletjes. Flamingo's! Door het struikgewas zoek ik een route naar het water en eenmaal bij het lage gras aan de oever maak ik me klein om de vogels niet te verstoren. De meeste slapen, met hun kop tussen hun veren, maar een aantal is wakker en druk bezig hun verenkleed te poetsen. Ik maak een aantal foto's en trek me daarna terug om op een beschut plekje tussen de struiken lekker uit de wind te lunchen. Een jong stel maalt er niet om of ze de vogels verstoren of niet. Met zijn slippers in de hand stapt de man het water in om met zijn mobiel van zo dichtbij mogelijk een foto te maken. De dieren worden onrustig en gaan op de vleugels, om aan de verre kant van het meer weer neer te strijken. Mopperdemopper. 
Na het meer is er een verharde slingerweg met af en toe uitzicht op zee. Ik kom een groep Nederlandse wandelaars tegen die met reisorganisatie Lopend Vuurtje onderweg zijn en we kleppen gezellig voor onze wegen scheiden. Rechts van de weg rijst een hoge berg op en ik blijf staan om foto’s te maken. Zo onderhand raakt mijn tweede liter water op en als ik langs de weg een lekkende waterleiding tegenkom, is de verleiding te groot. Ik drink wat en maak mijn hoofd nat onder de spuitende straal. Heerlijk. De route verlaat de asfaltweg voor een olijfboomgaard in de schaduw van de berg, maar ik hoef niet ver omhoog. Waar de berg eindigt, loop ik Paramonas binnen, waar ik de enige gast ben ik het verblijf dat wordt bestierd door een oude vrouw. Ik was mijn shirt en hang deze over de railing te drogen. Een fraaie dag die naar meer smaakt. 

Dag 3 Paramonas - Dafnata 14 km

Het is nog niet al te warm als ik Paramonas uitloop, maar direct na het dorp draait de route omhoog langs de olijfboomgaarden. Een smal pad dat langs de bomen slingert, de zwarte netten om de olijven op te vangen opgerold aan de voet van de bomen. Het is een behoorlijke klim en ik krijg het al snel warm en zweet flink. Tegelijkertijd geniet ik enorm. Dit zijn het sooirt paadjes waar ik van houd: smalle paadjes tussen het groen en later moet ik zelfs stenen en rotsen ontwijken. Als ik hoger kom heb ik prachtig uitzicht op zee en de glooiende heuvels het vakantiehuisjes en hier en daar een dorpje. De route draait het binnenland in. Ik daal af naar Ano en Kato Pavliana, leuke, kleine dorpjes met smalle straten en fraai geplaveide steegjes. Er zijn veel ruïnes, zomaar tussen de bewoonde huizen in. Net buiten de dorpsgrens staan steeds een aantal vuilcontainers, maar nog voor ik die bereik, zie ik een oudere vrouw met achteloos gemak een plastic tas vol afval in de struiken. Dat is blijkbaar normaal hier? Bij één dorp wijkt de markering af van de GPS. Ik volg de weg omlaag en kan me niet voorstellen waar de oorspronkelijke route er weer bij was gekomen, want naast de weg lijkt de diepe valle één grote wildernis te zijn. Langs de weg staat een kapelletje en in de boom ernaast hangen linten met dennenappels eraan. Het doet me denken aan de koortsboom waar je met het Airborne Market Gardenpad langs komt. Op de kaart staan enkele rivieren ingetekend, maar onderweg kom ik alleen lege beddingen tegen. Onder een olijfboom houd ik even rust en de groep Nederlanders van Lopend vuurtje komt voorbij. Daarna ga ik verder en loopt de route over het terrein van een kerk, waar ik opnieuw een losse klokkenstoel tegenkom: een stenen muur met in een hoge uitsparing een enkele kerkklok. Een ijzeren trap leidt omhoog zodat de klok met de hand geluid kan worden. Vlak voor Dafnata is er nog een lange klim. Het water gaat er hard doorheen, al zorg ik wel dat het niet opraakt. Mijn ijshanddoek is goud waard en behoedt me voor oververhitting. In Dafnata eindig ik bij het café en ben vergeten dat mijn verblijf vier km verderop is. De eigenaar biedt aan me te brengen, maar krijgt het onverwacht druk en regelt een kennis die voor taxi speelt. Het duurt even voor die zijn auto heeft opgehaald en terwijl de wandelaars van Lopend Vuurtje binnendruppelen, vertelt de eigenaar dat hij ook een van de vrijwilligers is die het Corfu Trail markeert. De ijzoeren bordjes dateren uit de beginperiode en werden door wandelaars te vaak gejat als souvenir. Daarom gebruiken ze nu verf. Het blijkt dat de verf niet echt hittebestendig is en snel afbladdert in het Griekse klimaat. Daarom gaan de vrijwilligers twee keer per jaar op pad om de hele trail te markeren. Wat een toewijding. Net als ik het genoeg vind en samen met Lopend Vuurtje naar Benitses wil gaan wandelen, komt Theodore, mijn taxichauffer, alsnog aanrijden. Dat is een meevaller. En gezien het hoogteverschil van een paar honderd meter vraag ik hem me 's ochtends weer op te komen halen. Heerlijk lui.

 

Dag 4 Dafnata - Pelekas 17 km

Dit zou wel eens mijn favoriete dag op de Corfu Trail kunnen zijn. Theodore neemt de toeristische route om me de omgeving te laten zien en vertelt over zijn vriend, de enige schaapherder van Corfu. Zelf had hij een bakkerij, maar die liep niet goed en nu werkt hij in loondienst. Naarmate we hoger komen, wordt de ochtendschemering lichter en zien we een prachtige zonsopgang. Zo begin ik heerlijk ontspannen aan de weg omlaag langs verschillende dorpjes. De weg kijkt uit over zee en aan de overkant zie ik de glooiende blauwe bergen van Griekenland Gelukkig mag ik het asfalt snel verlaten en begin ik aan een heerlijk, lang pad door echt bos. Zo zou de hele route mogen zijn. Behalve de gele markering van de Corfu Trail kom ik ook groen-witte verfstrepen regen van de Corfu Mountain Trail en de roodwitte van een GR. Al gauw begint het pad te klimmen. En te klimmen. Soms over aardige zigzaggend, andere keren steil omhoog. Halverwege de berg kom ik bij een magische plek, een oude olijfboomgaard tussen rotsen die wel van beton lijken. Of zijn het ruïnes? Ik kom er niet achter, maar genieten is het wel. Eenmaal boven heb ik een prachtige uitzicht op bergen en dorpjes.In de schaduw van een witte kapel klok ik een halve liter vruchtensap naar binnen en begin dan aan de afdaling, die over het smalle, met rotsen gevulde pad even uitdagend is als de weg omhoog. De route leidt naar het fraaie Pantokratorklooster met een gezellig ogend, maar leeg binnenplein vol rode bankjes en ook hier weer een boom met wapperende linten. Opnieuw gaat de route het bos in en ik vole me er helemaal thuis. Eenmaal terug op het asfalt kom ik de groep van Lopend Vuurtje weer tegen. We wisselen elkaar af en kletsen even. In Agio Deka kom ik ook een paar waterfonteintjes tegen met schoon helder water. Bij de eerste maak ik mijn ijshanddoek en haar nat, bij de tweede houd ik even pauze en vul mijn waterfles bij.De route gaat verder met prachtige uitzichten over Corfu en door dorpjes die op zichzelf fraai en schoon zijn. Waar de straten stijgen of dalen versterken brede witte strepen het gevoel van diepte. In de verte begint het te rommelen en ik stop even om de regenhoes om mijn rugzak te doen. Mijzelf bescherm ik niet, de miezer is juist lekker verfrissend. Voorbij Sinrades heb ik weer uitzicht op de zee, de Ionische zee,Italié onzichtbaar over de horizon. Regelmatig kom ik altaartjes tegen, in talloze variaties. Veel zien er uit als een miniatuur-kerkje en zijn goed onderhouden, anderen ogen meer als een roestige brievenbus en bevatten kaarsen noch afbeeldingen van heiligen. Ik vraag me vaak af waarom welk doel ze dienen en waarom ze juist daar zijn geplaatst. Sommige zijn duidelijk gewijd aan een overleden persoon. Zouden de altaartjes een Grieks bermmonument kunnen zijn? Het zijn er wel héél erg veel. Ruim 1 km voor Pelekas rust ik nog even bij een olijfboomgaard. Ik ben er bijna, ik mag nu wel even lekker luieren. Pelekas ligt op een bergtop, maar de weg er naartoe is geleidelijk en niet al te steil. Na een heerlijk warme douche plof ik neer op een terrasje met een pond witte druiven. Genieten.

Dag 5 Pelekas - Liapades 21  km
Ik word veel te vroeg wakker en als ik ’s ochtends op pad ga, is dat niet met de gebruikelijke energie. Het is dat ik mijn volgende verblijf al heb geboekt, anders was ik vast tot het middaguur blijven luieren. Maar eenmaal uit het dorp, begin ik toch van de omgeving te genieten en keert het enthousiasme langzaam terug in mijn pas. Net buiten het dorp mag ik een betonpad langs een wijngaard op, dat even verderop overgaat in een smal zandpad. Nu ja, het zou een zandpad zijn, als er niet dat fikse lek in een waterleiding was geweest. Het water spuit met forse kracht meters omhoog en heeft het pad omgetoverd tot een modderboel. Bovendien is het niet echt een pad, maar een hindernisbaan van grote hopen aarde. Voorzichtig wandel ik zonder kletsnat te worden door de waterdamp en beland dan op een ‘gewoon’ graspad langs een olijfboomgaard. Na een stukje asfalt is er achter een huis een smal pad langs torenhoog riet. Algauw ben ik bij de kust, waar ik in de diepte uitkijk op Mirtiotissas beach, geordende rijen blauwe strandstoeltjes op het kleine stukje zand onderaan de kliffen. Ik daal af over een asfaltweg, maar eenmaal bij zee, is geen zandstrand te zien. Tussen de grote rotsen waar de golfslap op breekt is een steenstrand met grote, ronde kiezels. De weg eindigt bij het klooster van de maagd Maria van Myrtidiotissa, genoemd naar een herdersmeisje dat onder een mirtestruik een Maria-icoon vond. Waarschijnlijk is er in het klooster een bruiloft aan de gang, want ik zie talloze luxe-auto’s en mensen in veel te nette kleren door de tegangspoort van het klooster lopen. De route gaat over iin een zandpad op de klif en achter de kloostermuren klinkt gezang. Na een aardige klim draait de route weer terug en brengt mijn richtingsgevoel in de war, want meestal gaat zo’n lus om een berg heen en ik loop nog steeds langs zee, zij het een stuk hoger. Maar op de kaart zie ik de lus inderdaad terug. De route daalt af naar Vatos, waar een Griekse vlag trots wappert. Op het dorpsplein rust ik even in de schaduw van een paviljoen en eet de rest van mijn druiven op. Even later komt er een groepje wandelaars langs, Britten en Canadezen. Als we verder gaan is het even zoeken naar de markeringen, maar met behulp van de GPS en meerdere oplettende ogen, vinden we de route het dorp uit. Daar is het heerlijk vlak, een dorbruin graslandschap geflankeerd door groene heuvels. Gedachteloos volg ik een karrenspoor, tot ik word gestuit door een hek waarachter schapen grazen. Ik heb geen afslag gezien, maar volgens de GPS zit ik toch iets van de route af. Dichte struiken beletten me rechtstreeks naar de route te banjeren, dus dan toch maar terug tot waar ik een markering heb gemist. Zo terugkijkend is de afslag toch echt heel duidelijk gemarkeerd. Blij dat ik weer op de route ben, loop ik verder. De boomgaarden vervelen nooit. Dit keer zijn het slanke bomen die omhoog dansen naar de zon, een groene pruik hoog gedragen. Even later zweet ik weer onder de zon tussen het hoge riet. Of is het bamboe? In Giannades rust ik even uit op het plein en drink een smoothie. Als het in de verte begint te rommelen, pak ik mijn spullen weer op en ga verder. De afstand is misschien niet zo lang, ik wil wel droog overkomen. Opnieuw slinger ik richting zee en kom een ouder stel tegen dat ook stukken van het Corfu Trail loopt. De route is niet heel zwaar meer en ik geniet van de omgeving. Hier zijn de olijfbomen dik en knoestig, de bast een gatenkaas en ingekaderd door stenen terrassen. In Liapades pak ik de GPS erbij om te zien waar mijn verblijf is en loop dan door naar Liapades Beach. Nadat ik mijn rugzak heb afgedaan en mijn wandelschoenen heb verruild voor sandalen, loop ik naar het steenstrand. Dat ligt nog best lekker, maar de zee is hier een stuk zouter dan de Noordzee en na een half uurtje zwemmen en sputteren houd ik het voor gezien.

 Dag 6 Liapades - Sokraki 30 km

Soms plan ik van tevoren etappes en als de tijd dan daar is om ze te gaan lopen, vraag ik me af: waarben ik aan begonnen? Vandaag is zo’n dag. De afstand is het probleem niet. Het hoogteverschil wel. Bijna 900 meter dalen, 1300 meter stijgen. Gelukkig is dat verdeeld over zo’n vijf bergen, dus per berg valt het hopeljk nog mee. Ik stel me in op een lange, vermoeiende dag en ga vroeg op pad. Net na zonsopgang daal ik af naar het strand van Liapades, waar blauwestrandstoelen en waterfietsen met een glijbaan erop wachten op badgasten. Aan het eind van het steenstrandje klim ik omhoog naar een stuk spaanplaat dat het gat naar een grote rots overspant en die ik gisteren al met argusogen heb bekeken. Hoewel het hout wat veert, kan het mijn gewicht dragen, maar toch ben ik blij als ik de kale rots onder mijn schoenen voel. Vandaar begin ik aan de eerste van vijf bergen,  een heelijk uitdagend wandelpad dat me langzaam steeds hoger brengt. Er is zelfs een korte ladder met een touw. Daarna is er weer gewoon bos, al is het hier en daar even puzzelen als ik tegen een bouwplaats aanloop. Ik loop om het skelet van het huis heen naar een weg en ga verder langs de terrassen van een olijfboomgaard. De route volgt niet helemaal de GPS, maar het geeft me wel een idee van de richting die ik uit moet. Uiteindelijk kom ik op een asfaltweg en in het dorp Lakones, waar op het dorpsplein een kraantje is. Ik ben er dankbaar voor, want het is weer erg warm. Vandaar maakt de route een lus richting Vistonas die van de GPS afwijkt. Langs een gele kerk waar een drukbezochte dienst aan de gang is daal ik door een bos af naar Krini, waar de GPS en de markeringen weer met elkaar overeen komen. Dan nader ik de kust en heb een geweldig uitzicht op de baai van een tweede dorp met de naam Agios Georgios. Omringd door hoge kliffen ligt het dorp in de diepteaanvan dat turkooizen water zoals je dat in reclamebrochures ziet. Een stel klimmers maakt zich op om de kliffen te bedwingen. Ik volg het pad omlaag, dat steeds smaller wordt, voor het uitkomt op een grindweg die langzaam naar het dorp slingert. Naarmate ik dichterbij het dorp kom, kom ik meer toeristen tegen, die op slippers en zo te zien zonder water een wandeling maken. Bij een boothelling houd ik rust en geniet van de trage golfslag. Wanneer ik verder naar het dorp loop, struikel ik over een pijp die half uit het beton steekt en kom hard op mijn handen en knieën terecht. Afgezien van kleine schaafwondjes heb ik gelukkig nergens last van, al is mijn linkerknie wel gevoelig. Vanuit het dorp klim ik omhoog. De route blijft lekker ruig en groen, met af een toe een dorp dat er mooi uitziet om doorheen te lopen, maar ik zou er niet willen wonen. Im de schaduw van de gele kerk van Agios Vasilios houd ik even rust. Het is behoorlijk warm en ik duik even de begraafplaats op, altijd een welkom gezicht tijdens wandellingen. Ik word er niet filosofisch van, ik geniet vooral van de kraan om bloemen water te geven. Aanvankelijk is het water in de tuinslang lauw, maar wordt dan heerlijk koe. Ik steek mijn hoofd eronder en kan er weer tegenaan. Vanaf mijn plekje in de schaduw heb ik een prachtig uitzicht op de omringende heuvels. Het plein voor de kerk is getooid met fraaie bloembedden en een torpedo. Huh? Een trap brengt me omlaag naar het dorp, waar ik weer een fontein tegenkom, al is het dit keer geen drinkwater. Eenmaal uit het dorp verruil ik asfalt weer voor halfverharde wegen en smalle paadjes en mag zelfs een beek oversteken via stapstenen. Vanwege het hoogteprofiel verwachtte ik vlak voor Sokraki nog een fikse klim, maar dat valt best mee. Het gaat omhoog, maar niet heel steil of zwaar. Toch ben ik aardig moe wanneer ik om 18.00 uur in Sokraki aankom. En pas als ik stop met wandelen, begint mijn knie echt pijn te doen. Ook andere spieren zijn stijf. Bij een café bestel ik wat eten, maar ik krijg het amper weg. De smoothie valt gelukkig wel goed en van de rode kater die op mijn schoot in slaap valt, word ik ook heel blij.

Dag 7 Sokraki - Agios Spiridonas 25 km

Het asfalt is nat en grijze wolken hangen laag boven de bergen. Het ziet er uit alsof het gaat regenen, maar voorlopig is het droog. Mijn linkerknie is nog wat gevoelig na de val van gisteren, maar echt pijn doet het gelukkig niet. Ik verlaat mijn appartementje aan de rand van Sokraki en daal af over een brede grindweg die overgaat in een lekker smal bospad met groene varens en velden dorgrijs gras. Uiteindelijk kom ik op de asfaltweg terecht die naar Spartillas leidt. Hier geen olijfboomgaarden, maar wijngaarden met hoge groene bergen op de achtergrond, de toppen verborgen in een wolkendek. Welke van deze bergen is Pantokrator, vraag ik me af. Een van die bergen mag ik over en zo te zien staat me een behoorlijke klim te wachten. Maar eerst loop ik het dorp binnen, waar ik tussen de huizen een glimp opvang van de zee. De zon werpt heldere vlekken op het water, het is een kunstwerk. Ik wijk even van de route af om in een mini-supermarkt wat inkopen te doen. De minisuper in Sokraki was zo mini dat je het nauwelijks nog een winkeltje kon noemen, meer een café met een paar planken levensmiddelen. Nadat mijn rugzak weer wat zwaarder is et wat blikjes cola en andere lekkere dingen, begin ik aan de klim het dorp uit. Door schilderachtige steegjes met bewoonde huizen en afgesloten ruïnes zij aan zij volg ik de gele markering, die weer vergezeld gaan van de groen-witte strepen van de Corfu Mountain Trail. Op een betonweg hoog boven het dorp kom ik twee Engelsen tegen, die de route naar de top hebben verkend en morgen omhoog gaan. De jongeman vertelt dat er een zwaar stuk van een kilometer aankomt, maar dat het daarna makkelijker wordt. Dat vind ik nog wel meevallen. Ja, het is steil en ik het zweet druipt van mijn voorhoofd, maar ingewikkeld is het niet. Het zijn kalme zigzaggend, af en toe wat rotsen. Mijn handen zweten zoveel dat zelfs met kurken handvaten ik nauwelijks greep heb op mijn trekking poles. Met de bandjes om mijn polsen trek ik mezelf meter voor meter omhoog langs de bergwand. Dan wordt het vlakker en kom ik bloeiende heide tegen. Bij de ruïne van een oud huis heb ik vrij uitzicht over de baai. In de verte zie ik Corfu Stad liggen, met zijn rechte landingsbaan en een cruiseschip in de haven. Volgens de GPS ben ik nog niet helemaal op het hoogste punt, maar vanaf hier gaat het pad redelijk vlak verder. Het slingert over bospaden en door laag gras en zo nu en dan kom ik koeienvlaaien tegen. Ongemerkt kom ik hoger, of zijn juist de wolken omlaag gekomen? Het grijs sluit me in tot ik nog maar honderd meter zicht heb. Ook de berg verandert van karakter, ik verruil het bos voor een landschap van rots en kale bomen, berg in zijn rauwste vorm. Er is uitbundig gemarkeerd en dat is wel nodig ook, want talloze paadjes kiezen elk hun eigen richting. Zo nu en dan check ik alsnog de GPS ter bevestiging, maar ik zit altijd goed. Het duurt lang, daar bovenop de berg en ik ben hongerig om af te dalen naar het strand aan het eind. Uiteindelijk klim ik over een laatste rotspartij omhoog naar een asfaltweg. Die hoef ik maar kort te volgen voor ik een grindweg insla. Wat wandelaars die goed zijn ingepakt komen me tegemoet. En dan loop ik daar, in T-shirt en korte broek. Koud heb ik het gelukkig niet. De grindweg loopt langs de rand van een diepe vallei met rood en bruin en heuvels die in elkaar overvloeien als stille golven. In de diepte zie ik twee wandelaars op een smal pad en even ben ik jaloers, dat is toch veel leuker dan een grindweg? Maar die grindweg loopt eigenlijk ook wel zo makkelijk en als ik weer een gele verfstreep tegenkom, ben ik gerustgesteld. Bij een overkapte picknickplaats wijst de pijl steil naar beneden en mag ik mijn eigen smalle paadje in, omlaag naar het dal. Opnieuw is het geen moeilijk of zwaar pad en ik geniet van het uitzicht. Langzaam kom ik onder de wolken en wordt het landschap weer scherp en helder. Een dorpje met  grijze huizen strekt zich onder me uit, Old Perithia, het oudste dorp van Corfu waarvan de beschreven geschiedenis teruggaat tot de 14e eeuw. Het is een behoorlijke toeristische trekpleister en ik deel de straten met echtparen op slippers en een enkele kinderwagen. Er wordt honing verkocht en handwerk gemaakt van olijfbomenhout. Aan de rand van het dorp staat de parkeerplaats vol auto's, maar daarvoor sla ik af naar een grindweg en heb het pad weer helemaal voor mezelf. De grindweg gaat over in een bospad en ik prijs me gelukkig dat het noorden zoveel ruiger is dan zuid-Corfu. Hier geen grindwegen langs olijfbomen, maar echte wandelpaden waar de struiken naar je kuiten grijpen en met zachte aarde onder mijn voeten. Zo hoort het. Even voorbij Krinias kom ik twee Engelse dames tegen, Mary en Jo, die een aantal dagwandelingen doen. We kletsen gezellig over wandeltochten en lopen samen op, tot ik in de aanloop naar Almiros Beach besluit dat hun slentertempo toch echt wat te laag is voor mij. Mijn voeten, nog gevoelig na de lange dag van gisteren, doen zeer en snakken naar een pauze. Bij een eettentje stop ik voor cola en een taartje en even later schuiven Mary en Jo aan. Zij nemen vanhier een taxi terug naar hun auto, ik loop nog een stukje verder langs het strand en lage duinen. De route wijkt iets af van de GPS, maar voert me over een grindweg naar Agios Spiridonas, de plek waar de Corfu Trail zonder fanfare eindigt.

Mijn keuze voor de Corfu Trail was gebaseerd op gemak, maar achteraf ben ik blij verrast hoe mooi het was, het landschap, de uitzichten over zee. Wat een fantastische ervaring weer.

 

Bekijk hier mijn YouTube-video's van deze hike.